Weinig blessures bij mensen met een lage sociaaleconomische status

Uit onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat volwassenen (26-79 jaar) met een lage sociaaleconomische status (SES) minder vaak voldoen aan de beweegrichtlijnen dan mensen met een hoge SES. Ook sporten ze minder. En de verschillen worden groter. Mensen met een lage SES komen ook minder vaak in de blessurestatistieken voor. Dat moet zo blijven.

Sport als medicijn voor gezondheid en gezondheidsverschillen

Uiteraard is dit geen oproep om mensen met een lage SES niet aan het sporten te krijgen. Uit promotieonderzoek van sporteconoom Willem de Boer op het thema ‘Sport als medicijn voor gezondheid en gezondheidsverschillen’ komt naar voren dat sportdeelname positief gerelateerd is aan lagere risico’s op vroege sterfte, diabetes type 2 en obesitas ten opzichte van niet deelnemen aan sport. Het zou dan ook aan te raden zijn om onder de lage SES-groep niet het bewegen an sich, maar sportdeelname te vergroten om gezondheidswinst te bevorderen.

Mensen met een lage SES moeten eerst gaan sporten voordat zijn blessures op kunnen lopen, én voordat aan sportblessurepreventie gedaan kan worden. Als de focus op sportstimulering ligt kan wel tegelijkertijd het voorkomen van blessures worden meegenomen. En op die combinatie, de zogenoemde verantwoorde sportstimulering, moet wat ons betreft de focus liggen. Voorkomen van blessures is tenslotte beter dan genezen.

Bron: Mulier Instituut